NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Waar moet nieuwe verbrandingsoven voor Antwerpen komen?

Waar moet nieuwe verbrandingsoven voor Antwerpen komen?

De Stad Antwerpen wil onderzoeken of en waar er alternatieven mogelijk zijn voor het verwerken van haar restafval. Momenteel gebeurt dit op de ISVAG site in Wilrijk, maar de vergunning was aan vernieuwing toe. Antwerpen deed daarom een beroep op VITO om een marktbevraging te organiseren, te begeleiden om tot een concrete werkbare conclusie te komen. Dit bestond uit twee luiken. Enerzijds kijken wat de best mogelijke oplossing voor de verwerking van het restafval. Anderzijds wat er mogelijk is aan warmteproductie. Intussen is de vergunning vernieuwd, maar is de commotie allerminst gaan liggen. We geven u daarom nog de belangrijkste conclusies van het rapport mee.

Momenteel gebeurt de verwerking van het restafval van de Stad Antwerpen door middel van verbranding met energierecuperatie in de installatie van ISVAG. Naast het afval van de Stad Antwerpen landt daar ook het restafval van naburige gemeentes. De installatie is echter aan het einde van haar vergunning. Tegen 1 januari 2026 moet er een nieuwe oplossing komen. ISVAG voorziet de bouw van een nieuwe verbrandingsoven op dezelfde locatie, met een jaarlijkse capaciteit van 190.000 ton. Er zal ook elektriciteit aan het net geleverd worden en warmte aan bedrijven en een woonwijk in het zuiden van Antwerpen. Met een RFI (request for information) wilde de Stad Antwerpen te weten komen of er alternatieve scenario’s mogelijk waren. Niet alleen voor de verwerking van dat afval maar ook voor de reeds aangegane engagementen voor warmteproductie. VITO deed daarom een marktbevraging in twee stappen: een bevraging om geïnteresseerde marktpartijen te identificeren en hun voorgestelde scenario te verkennen en een tweede ronde waarin een selectie van marktpartijen dan gedetailleerde informatie indiende.

Alternatieve locatie in haven van Antwerpen

Alle weerhouden aanbieders van bewezen technologie hadden de neuzen in dezelfde richting. Zij stelden voor om een nieuwe afvalverbrandingsinstallatie te bouwen op een andere locatie, met name in de haven. De technologie die ze daarvoor zouden aanwenden is dezelfde als waar de toekomstige ISVAG site zich zou beroepen. Het voordeel zit hem echter in de mogelijkheden om in de haven van Antwerpen de geproduceerde stoom rechtstreeks in te zetten in de nabijgelegen industrie. In vergelijking met de omzetting naar elektriciteit of warmte, zoals door ISVAG voorgesteld, is dit dus een efficiëntere toepassing van warmte. Een cruciale randvoorwaarde hierbij is dat de stoomvalorisatie uit afvalverwerking komt in plaats van een klassiek stoomproductieproces op basis van aardgas en stookolie. Op die manier kan men meer CO2-emisses vermijden dan in het ISVAG scenario. Uit de analyse van de kostprijs voor verwerking blijkt dat de alternatieve installaties een lagere investeringskost en een hogere opbrengst uit energievalorisatie met zich mee zouden brengen dan ISVAG.

Bijkomende investering in overslagstation

Daarnaast is er het logistieke luik, een heikel punt in en rond Antwerpen waar de ring vaak dicht slibt. Om het afval naar de installatie in de haven te vervoeren, zonder bijkomende impact, zou er geïnvesteerd moeten worden in een overslaginstallatie. De aanbieders stellen voor om deze te bouwen op of nabij Blue Gate en het afval via vrachtwagen, trein of boot naar de haven te transporteren. Dat zou een meerkost van 5 tot 25 euro per ton afval betekenen maar door het grofvuil verder te sorteren (in het overslagstation of op een specifieke locatie) kan de hoeveelheid te verbranden afval beperkt worden met 5%. Verder suggereerden enkele aanbieders om de capaciteit van de installatie te beperken tot 160.000 ton. Een tekort aan capaciteit kan opgevangen worden door het afsluiten van een bijkomend contract voor de verwerking van het extra afval in andere installaties. Dit zou voor een stimulans moeten zorgen om als stad een actief beleid te voeren om de hoeveelheid restafval verder te beperken in de toekomst en voorkomt een lock-in waarbij afval moet worden aangetrokken om de voorziene warmte- of stoomcontracten te blijven invullen.

Warmteaanbod niet volledig gecompenseerd

Ten slotte blijft er nog de warmtevraag voor het zuiden van de stad. Daar zijn dan geen warmtebronnen meer voorhanden. Een voorstel was om op de Blue Gate site een verbrandingsinstallatie voor waterzuiveringsslib te bouwen. Die kan dan instaan voor de verbranding van ongeveer 160.000 ton RWZI-slib per jaar, aangevoerd vanuit heel Vlaanderen. De geproduceerde assen vormen, na verdere verwerking in het buitenland, een bron voor recuperatie van fosfor. Verder kan men warmtepompen gebruiken, te installeren op de RWZI op Blue Gate. De combinatie van slibverbranding en warmtepompen kan volstaan voor de warmtevraag van cluster Zuid en Blue Gate. In dat geval moet er niet geïnvesteerd worden in een voorziene warmtecollector, maar is de kostprijs van de warmte wel hoger dan deze van ISVAG. Het volledige mogelijke warmteaanbod van ISVAG kan niet worden gecompenseerd. Daarvoor zal men moeten kijken naar een uitbreiding van de backbone die de restwarmte aanvoert vanuit de haven naar het zuiden van de stad. Zowel de timing als de realisatie hiervan is nog niet beslist.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details