In 2018 diende de Noorse regering een voorstel in om kunststof afval in zee een halt te proberen toeroepen. Dit gebeurde tijdens de vergadering van de conventie van Basel. Voortaan zou er verplicht een notificatieprocedure moeten opgestart worden voorafgaand aan de export van een aantal kunststofstromen. Het voorstel op tafel moet (ontwikkelings)landen in een sterkere positie brengen om de import van plastic afval te beheren en de ongecontroleerde handel in afval aan banden leggen. Toch zijn er een aantal valkuilen verbonden aan het voorstel die het afvalbeheer in Europa enorm kunnen beperken.
De doelstelling van de Conventie van Basel is het beschermen van de gezondheid van mens en planeet tegen gevaarlijk afval. De Conventie zag het levenslicht vanwege de toenemende handel in toxisch afval van geïndustrialiseerde landen naar ontwikkelingslanden in de jaren 80. In totaal zitten er 180 landen mee aan tafel. Tot dusver spitst dit breder internationaal kader zich toe op toxisch afval en heeft het weinig tanden om landen toe te laten om massale import van kunststof afval te beheren. Acties zijn enkel mogelijk wanneer het materiaal heel specifieke en welomschreven schadelijke eigenschappen vertoont of als het gaat om verbrandingsresidu’s of huishoudelijk afval.
Het Noorse voorstel wil daar verandering in brengen en het toepassingsgebied van de Conventie verbreden om de vervuiling van de oceanen tegen te gaan. Het vraagt om het verplicht maken van een notificatieprocedure om een aantal kunststofstromen te kunnen exporteren. De export van dit kunststof afval kan dan niet meer gebeuren zonder de toestemming van het importerende land. Er zal op voorhand voldoende informatie moeten verstrekt worden over de omvang en de te exporteren afvalstromen. In vergelijking met de huidige definitie van de B3010 (groene lijst), voegt Noorwegen dus extra criteria toe om te kunnen exporteren zonder voorafgaandelijke notificatie:
– Menging en/of verontreiniging is verboden indien dit de milieuvriendelijke terugwinning verhindert
– Terugwinningsactiviteiten zijn beperkt tot recyclage
– Terugwinning en/of recyclage mogen alleen ‘eventuele minimale verdere mechanische voorbehandelingen’ omvatten
Men hoopt dat de Europese markt zal gezien worden als één markt, waarbinnen elke lidstaat zijn eigen specialiteit en knowhow heeft om specifieke stromen te verwerken. (Beeld: albertobrian)
Noorwegen stelt voor om twee classificaties toe te voegen; AXXX voor kunststoffen die als gevaarlijk afval worden geclassificeerd en Y48 voor ‘kunststofafval dat speciale aandacht vereist’, voor alle kunststoffen die niet onder B3010 en AXXX vallen. Het voorstel van Noorwegen kon op veel sympathie rekenen en is unaniem aangenomen voor invoering vanaf januari 2021. In de recyclagesector leidt de aanname van het voorstel echter tot bezorgdheid. Allereerst heerst er nog te veel onduidelijkheid over de drie criteria en hoe ze precies moeten geïnterpreteerd worden. Een kapstok is een perfect voorbeeld van een gemengde kunststofstroom, maar kan wel perfect gerecycleerd worden. Dat vraagt dus om verdere verduidelijking
Een tweede bezorgdheid heeft te maken met de extra administratieve lasten en kosten van vervoer van kunststoffen die het Noorse voorstel met zich mee zal brengen. Het invoerverbod op verschillende soorten afvalstromen dat China vorig jaar heeft ingesteld, heeft de grootste markt voor kunststofafval weggenomen. Het heeft Europa tegelijk de opportuniteit geboden om oplossingen te vinden binnen haar eigen grenzen voor het eigen afval. De ontwikkeling van die Europese markt dreigt nu belemmerd te worden als het de landsgrenzen in Europa niet meer over mag zonder notificatieprocedure. Uitzonderingsmaatregelen voor export binnen Europa zijn dus aan de orde, aangezien het risico dat het in zee zal belanden niet bestaat maar het afval terechtkomt in gespecialiseerde verweringscentra.
Dit voorstel moet nog langs een vergadering van de OESO-landen passeren. Het verdict was nog niet bekend bij het ter perse gaan van dit artikel, maar men hoopt dat de Europese markt zal gezien worden als één markt, waarbinnen elke lidstaat zijn eigen specialiteit en knowhow heeft om specifieke stromen te verwerken. Zo niet, zou dit een enorme rem op de groei en op de transformatie naar een circulaire economie betekenen. Er zijn al voldoende uitdagingen, de wetgever moet niet nog meer op de rem gaan staan.
Uw organisatie promoten via het RecyclePro netwerk? Ik help u graag verder.