NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom in België

Nieuwe manier om recyclagegraad te berekenen

Europa wil tegen 2035 gemiddeld 65% van het huishoudelijk afval gerecycleerd zien. Dit cijfer geldt als een gemiddelde voor al zijn lidstaten samen. Om er zeker van te zijn dat het doel gehaald wordt, wil men ook de manier waarop de recyclagegraad berekend wordt herbekijken. De huidige manier van werken vertelt immers meer over welke tonnages ingezameld werden en zegt niks over hoeveel percent daarvan een nuttige herbestemming krijgt. Bovendien zijn er grote verschillen tussen landen.

Europa wil dat haar lidstaten in de toekomst hun echte recyclagegraad communiceren op een geharmoniseerde manier. De aanpak van lidstaten vandaag vertoont te veel inconsistenties. De recyclagegraad wordt eigenlijk op verschillende plaatsen langs de recyclagewaardeketen gemeten. Voor meerdere lidstaten komt dat er bijvoorbeeld op neer dat ze enkel controleren welke hoeveel­heden afval er worden verzameld, ongeacht of dat afval erna verdere sortering en herbestemming krijgt of het naar een verbrandingsoven of stort gaat. Met andere woorden, de aluminium blikjes worden dan misschien wel ingezameld. Maar als ze achteraf niet in een individuele stroom gesorteerd worden en voorbehandeld worden voor specifieke mechanische processen om een tweede leven te krijgen, dan is er eigenlijk geen sprake van recyclage. Als lidstaten hun meetpunten voor die processen leggen, dan is er geen enkele stok achter de deur om erover te waken dat de benodigde stappen voor de terugwinning van grondstoffen zullen worden genomen.

Voordelen van nieuwe methodiek

De Europese Commissie is vastberaden om met een nieuw plan van aanpak te komen dat recyclage verder in de keten meet. Daarin zou de recyclagegraad meteen na de mechanische sorteerfase gemeten worden, op voorwaarde dat het afval effectief herverwerkt wordt in producten, materialen of substanties als deel van een finaal recyclageproces. Hier zijn twee grote voordelen aan verbonden. Allereerst zullen alle lidstaten op die manier op dezelfde manier hun recyclage gaan meten, wat de deur opent voor benchmarking en optimalisering. Daarnaast komt de focus te liggen op de terugwinning van materialen, wat in feite de essentie is van recycleren binnen een circulaire economie. Deze boodschap wordt ook uitgedragen door drie internationale federaties (Eurofer, CEPI en Eurometaux). Guy Thiran, directeur-generaal van Eurometaux: “Zolang we geen gemeenschappelijke methodiek ontwikkeld hebben, maakt het niet uit welke targets we vooropstellen. We kunnen het realisme en de ambitie van recyclagedoelen pas aflezen wanneer we weten wat de lidstaten precies zullen meten.”

Uitdagingen verbonden aan nieuwe methodiek

Het gevolg van deze nieuwe berekeningsmethode is dat de gestelde targets meteen een stuk ambitieuzer zullen lijken. Het gevaar daarvan is dat een inefficiënte verwerking zou aangemoedigd worden, gewoon maar om de targets te kunnen halen. Er gaat nu eenmaal ook een bepaald gewicht verloren dat geen nieuw leven als secundaire grondstof zal beschoren zijn. De vooropgestelde methodiek brengt bovendien een aantal extra uitdagingen met zich mee. De recyclagebedrijven zullen immers veel meer in hun kaarten moeten laten kijken dan nu het geval is, waar niet iedereen zal om staan springen. Men zal helaas ook nog geen oordeel kunnen vellen over de kwaliteit van de uiteindelijke recyclage door het meetpunt verder in de keten te leggen.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details