Textiel einde leven gaat vandaag gewoon mee met het restafval naar de verbrandingsoven. Zonde. Het materiaal zou immers nog een tweede leven kunnen krijgen. Een goede zaak voor het milieu, maar ook voor de economie, zeker in Europa dat afhankelijk is van de wereldmarkt voor grondstoffen. Om het eigen potentieel niet langer verloren te laten gaan werd Circletex in het leven geroepen. Met alle spelers in de keten wil men onderzoeken hoe het bedrijfstextiel kan ingezameld, herbestemd of gerecycleerd worden.
Toen Jo Van Landeghem de rol van quality, safety en sustainability officer opnam binnen de Belgische modefederatie Creamoda deed hij dat met ambitie. Een van de zaken waar de sector volgens hem nood aan heeft is een nationaal inzamelingssysteem. “Textiel is een wegwerpproduct geworden. Twee van de belangrijkste vezels (katoen en polyester) staan door dat immens volume onder druk. Europa beschikt zelf niet over deze basisgrondstoffen. We zijn eerder een veredelingsindustrie. Maar dat maakt dat onze bedrijven speelbal zijn van de prijsstijgingen waar de internationale markt aan onderhevig is. Met al dat textiel dat we hier hebben, moet er toch een mogelijkheid zijn om er hier een tweede leven voor te vinden of toch op zijn minst de vezels te gaan recupereren. Dan moeten we ze niet verschepen naar de hoogste internationale bieder of verwerken in onze lokale verbrandingsovens.”
Jo Van Landeghem: “Als je ecologisch wil zijn, dan moet iedereen in de keten, van de producent tot de consument, circulair leren denken en zijn verantwoordelijkheid nemen.”
Met Circletex wordt die ambitie nu heel concreet gemaakt. Dit project dat ondersteund wordt door Vlaanderen Circulair, bouwt voort op het OVAM rapport circulair bedrijfstextiel van 2017. Met alle spelers binnen de keten van textiel en kleding wil men nagaan of er een systeem kan opgezet worden waarbij het ingezamelde textiel van deze stromen kan hersteld, herbestemd of gerecycleerd worden. “De focus ligt in eerste instantie op drie categorieën. Plat linnen, niet-beschermende werkkledij en beschermende werkkledij. Die onderverdeling is belangrijk om te onderzoeken waar de grenzen liggen van de economische haalbaarheid van een dergelijk systeem, voor producten die eigenlijk nooit ontwikkeld waren voor een circulair systeem. Want er zal voldoende volume nodig zijn. Met dit project kunnen we leren wat kan en wat niet kan”, aldus Van Landeghem.
Iedereen in de keten zal moeten samenwerken om de drempels die een dergelijk systeem nog in de weg staan over te geraken. “De goedkoopste manier om een ton textiel einde leven correct te verwerken vandaag is door verbranding met energierecuperatie. Dat komt op een kost van 150 euro per ton. Wanneer we de vezels willen hergebruiken in andere materialen, bijvoorbeeld als isolatie ligt de prijs op 750 euro per ton. De kloof is te groot om valabele alternatieven op het getouw te zetten.” Maar ook de overheid moet zijn verantwoordelijkheid opnemen volgens Van Landeghem: “Het btw-tarief op wegwerptextiel, denk aan de slofjes en het deken in ziekenhuizen, bedraagt 6%. Voor herbruikbare kledij 21%. Dat zou beter omgekeerd zijn om de markt te stimuleren.”
Circletex valt binnen Vlaanderen Circulair, bouwt voort op het OVAM rapport circulair bedrijfstextiel van 2017.
Hoe wordt er nu concreet te werk gegaan? Alles is begonnen met de inventarisatie: van de materialen, van de huidige inzamelmogelijkheden en van de beschikbare technologie om vezels te recycleren. “Voor natuurlijke vezels is mechanische recyclage mogelijk, voor kunststof vezels zal men zijn toevlucht eerder moeten zoeken in chemische recyclage”, verduidelijkt Van Landeghem. In een volgende stap zal gedefinieerd worden volgens welke scenario’s de inzameling en de werking het beste kan verlopen en hoe ver er kan gegaan worden met recycled content in functie van het materiaal. In een voorlaatste fase zal de praktische implementatie gebeuren om dan te culmineren in de oprichting van een vzw. Van Landeghem: “We willen dat het nu vooruitgaat en dat de vzw er komt begint 2020. Als je ecologisch wil zijn, dan moet iedereen in de keten, van de producent tot de consument, circulair leren denken en zijn verantwoordelijkheid nemen.”