Vliegtuigen op het einde van hun economische leven belanden nu vaak in boneyards. Uitgebreide gebieden in de woestijn waar ze roest staan te verzamelen, nadat enkel de meest kostbare materialen zoals de motor eruit gehaald zijn. Nochtans bevatten ze nog tal van andere materialen die een nuttige herbestemming kunnen krijgen. Dat is meteen de bestaansreden van Aerocircular. Het zoekt voor eigenaars van Boeings 737 en Airbus A320 nieuwe bestemmingen voor de materialen om ze zo hoog mogelijk weer in te zetten en de economische en ecologische waarde te verhogen.
Eind januari 2019 vloog het team van Aerocircular naar Duitsland om hun eerste vliegtuig te ontmantelen. Er schuilt ongeveer vier jaar van denkoefeningen maken, investeerders zoeken en onderzoek uitvoeren achter die eerste taak. “Alles is begonnen vanuit een gezonde interesse voor vliegtuigen en de vaststelling dat het zonde is om al die waardevolle materialen verloren te laten gaan in de woestijn en ze kilometers verderop weer opnieuw te ontginnen”, opent CEO Koen Staut. “We wilden kunnen verdergaan dan er enkel de beste kersen uithalen en de rest te laten verkommeren. Van meet af aan hebben we gezocht naar manieren om meer materialen terug te winnen en voor de vliegtuigeigenaar tegelijk een waarde te creëren die vele malen hoger ligt dan de schrootwaarde.” Het koppelen van een economisch terugverdienmodel aan dit groene verhaal was in 2015, toen het idee voor het eerst begon te rijpen, cruciaal. “Toen was duurzaamheid wel mooi meegenomen, maar ging het om de harde cijfers. Vandaag is de tijdsgeest aan het veranderen, is het wel een doorslaggevende factor in onderhandelingen en willen bedrijven betalen voor een circulair imago”, kijkt Staut terug.
De Belgische thuisbasis van Aerocircular wordt Oostende, maar er is ook een site in Amerika en in Oman. (Beeld: Paul Soons)
De manier van werken van Aerocircular bestaat uit een opdeling in drie stromen. Staut: “De eerste is de meest evidente piste, die ook het meeste geld oplevert. De materialen worden gebruikt zoals ze ontworpen zijn en voor het doel waarvoor ze bestemd zijn. Het mooiste voorbeeld daarvan is de motor. We halen hem eruit in ‘serviceable condition’. Dit certificaat bewijst dat de motor nog perfect functioneerde en functioneert, waardoor hij weer dienst kan doen als vliegtuigmotor.” Voor die certificatie werkt Aerocircular samen met Lufthansa Technics Brussels. Bij de tweede stroom behouden de materialen wel hun oorspronkelijke vorm maar krijgen ze een ander bestemming. “Denk aan een cockpit. Samen met gereedschapsspecialist Hilti zijn we aan de slag gegaan om een specifieke portaalzaag (8 m x 8 m) te ontwikkelen die garant staat voor 1 cm nauwkeurige zaagsneden, zonder rafelingen of schilfers. Daarmee kunnen we de cockpit van de romp halen en onder brengen bij bouwers van vliegsimulatoren. De afname is nu al verzekerd voor de komende vier jaar”, vertelt Staut trots. Ten derde zijn er de restmaterialen. “Daar zoeken we permanent naar interessante bestemmingen als (secundaire) grondstof, in samenwerking met de Belgische universiteiten, hogescholen en Europese onderzoeksinstellingen.”
De motoren worden er in ‘serviceable condition uitgehaald’, waardoor ze weer dienst kunnen doen als vliegtuigmotoren.
Aerocircular concentreert zich in eerste instantie op de romp en het interieur. Uit de romp wil men het aluminium zo hoogwaardig mogelijk recupereren. Dat zou normalerwijs beginnen met het verwijderen van de rivetten, een proces dat we momenteel bestuderen samen met de KULeuven. “Het kan toch niet dat de aluminium legeringen alleen maar een frisdrankblikje zouden kunnen worden. Daarvoor is het van te goede kwaliteit. Veel van onze tijd voor opstart ging naar het testen van de samenstellingen van de legeringen om een interessante nieuwe herbestemming te vinden. Een deel ervan zal nu weer de grondstof kunnen worden waaruit vliegtuigonderdelen gebouwd worden. De cirkel kan niet mooier rond worden”, vertelt Staut met een knipoog. Omdat Aerocircular louter een dienstverlener wil zijn, heeft het rond zich een ecosysteem van partners en bedrijven verzameld die meer waarde creëren met de materialen. In België is dat op de luchthaven van Oostende. Maar Aerocircular zal op elk continent aanwezig zijn. “In 2017 hebben we een plekje gevonden op de Mesa Gateway Airport nabij Phoenix (Arizona). De aanwezigheid van technische universiteiten die fel bezig zijn met innovatieve technieken, maakte het de beste keuze. In Azië kozen we voor Oman, vanwaar we ook de Indische en Chinese markt kunnen bedienen. Hadden we voor het typische Vlaamse start-up patroon gekozen om eerst hier te testen en dan uit te rollen, dan waren we te laat geweest”, weet Staut.
Aerocircular wil in eerste instantie per site ongeveer 25 vliegtuigen per jaar ontmantelen. “Een realistisch doel. Dat betreft nog geen 3% van de markt. We zullen dat team met een operationeel team van 35 medewerkers per site.” Daarnaast is er tewerkstelling in R&D. “Bij ons heet dat het Industrial Circularity Lab. We wilden het bewust zo breed mogelijk houden. Vandaag verwerken we vliegtuigen maar morgen kunnen we evengoed als Terracircular of Aquacircular ons richten op treinen en schepen. We willen blijven innovatieve manieren voor verwijdering en duurzame bestemmingen vinden voor materialen.” Staut en Aerocircular mogen zich met hun disruptief model in een conservatieve wereld pioniers noemen. Ook op vlak van wetgeving botsten ze vaak tegen nieuwe grenzen aan. Staut: “Sommige regels strookten niet met onze nieuwe insteek. Gelukkig konden we bij onder andere OVAM rekenen op zeer constructieve gesprekspartners die hielpen om tot een sluitende wetgeving te komen. Die ruggensteun is belangrijk om uit de startblokken te komen. Nu is het aan ons om het verschil te maken. Als 70 à 80% van de vliegtuigen in de circulariteit terechtkomen, dan is onze missie helemaal geslaagd.”
Uw organisatie promoten via het RecyclePro netwerk? Ik help u graag verder.