In het voorjaar ontstond er heel wat commotie rond een studie die de aanwezigheid van bioplastics in onze oceanen onderzocht. Uit de resultaten bleek dat bioafbreekbare plastic tassen na drie jaar in zee nog niks van hun stevigheid verloren hadden. Maar wat we hier vooral uit moeten concluderen is de grote verwarring die er bestaat bij zowel consumenten als producenten rond de termen bioafbreekbaar, biodegradeerbaar en composteerbaar. Er is daarom dringend meer nood aan uniformiteit in de communicatie op alle niveaus.
Bio staat in het hoofd van de consument synoniem met alles dat goed is. Dat is echter soms kort door de bocht. In de categorie van kunststoffen geldt er in feite een strikt onderscheid naar gelang de oorsprong en de biodegradeerbaarheid van het materiaal, wat meteen ook zijn impact heeft op hoe de materialen het beste gerecycleerd kunnen worden. Men kan op basis van deze twee eigenschappen een indeling maken in vier kwadranten langs deze assen.
Wanneer aan het materiaal ook het label ‘home compostable’ hangt, dan zal het wel thuis op de composthoop mogen. Het materiaal is er dan op getest dat het binnen de twaalf maanden voor 90% zal verdwijnen.
Het eerste kwadrant bestaat uit kunststoffen die een oorsprong hebben in biologisch materiaal en die biodegradeerbaar zijn. Deze vallen onder de noemer bioplastics en zijn ook composteerbaar. In de meeste gevallen zal dat materiaal wel enkel in een industriële installatie gecomposteerd kunnen worden, waar het de vochtigheid en warmte vindt die nodig is om het materiaal af te breken. Het kan dan meegegeven worden met de gft-container. Wanneer aan het materiaal ook het label ‘home compostable’ hangt, dan zal het wel thuis op de composthoop mogen. Het materiaal is er dan op getest dat het binnen de twaalf maanden voor 90% zal verdwijnen. Dit is wat de consument vaak associeert met alle bioplastics maar minder dan de helft van de geproduceerde bioplastics zijn biodegradeerbaar (880.000 ton op 2,05 miljoen ton). Het meest bekende voorbeeld is PLA geproduceerd uit maïs.
Het tweede kwadrant bevat kunststoffen van natuurlijke oorsprong die niet-biodegradeerbaar zijn. We spreken dan nog altijd over bioplastics. Deze bioplastics beschikken eigenlijk over de best mogelijke eigenschappen voor recyclage omdat ze net als de klassieke fossiele kunststoffen stabiel in de tijd zijn. Ze horen echter niet op de composthoop in de tuin thuis of in de gft-container. Het derde kwadrant zijn de kunststoffen van fossiele oorsprong (petroleum) die wel biodegradeerbaar zijn. Het vierde kwadrant, ten slotte, is voorbehouden voor alle andere klassieke kunststoffen, van fossiele oorsprong, niet biologisch afbreekbaar.
Schematische voorstelling van de vier kwadranten.
Er bestaat dus al een enorme complexiteit in taal die bioplastics parten speelt. Ze worden al te vaak op een hoop gesmeten, terwijl er relevante verschillen bestaan. Het kan sowieso niet de bedoeling zijn om er onachtzaam mee om te gaan en kunststoffen of het nu bioplastics zijn of niet, gewoon op straat te werpen. Uit zichzelf zal het materiaal niet verdwijnen. Hoewel bioplastics uit het eerste kwadrant op papier misschien het milieuvriendelijkst lijken, dragen ze weinig toegevoegde waarde bij. Ze zullen het composteringsproces in het beste geval niet storen, maar de compost ook niet verrijken, aangezien ze uiteenvallen in CO2 en water. Biodegradeerbare bioplastics geven ook problemen in klassieke recyclage, net omdat ze niet stabiel zijn.
Wat is er dan nodig om door de bomen het bos te blijven zien in bioplastics? De communicatie moet uniformer op alle niveaus. Van de overheid tot de retailsector en producenten en gebruikers van verpakkingen. Men moet een duidelijk onderscheid maken. De huidige labels of certificaten voldoen niet op dit vlak. Er bestaan te veel types van verpakkingen en er staan al zoveel logo’s op, dat het voor de consument niet meer duidelijk is. De term biologisch afbreekbaar mag daarom al sinds 2008 niet meer gebruikt worden op verpakkingen, net omdat het de valse indruk wekt dat ze zullen verdwijnen in de natuur. Ten tweede moet men gaan bekijken of het niet beter is bepaalde bioplastics te verbieden als verpakkingsmateriaal. Wat is het nut van het materiaal als het niet kan gerecycleerd worden en er ook geen selectieve inzameling mogelijk is?